Synagoge van Zwolle
Artikel

Herdenking van 25 jaar Zwolse Synagoge - A. Frank - 1924
Historisch Overzicht

Het is mij een dubbel genoegen aan het verzoek door de Feestcommissie tot mij gericht, te kunnen voldoen   wijl ik door Gods hulp ook bij de inwijding der Synagoge mijn tegen-woordige functie heb mogen bekleeden - om het volgend beknopt Overzicht als bijdrage voor dezen gids te verleenen.

In de vergadering van 31 Januari 1892 besloot de Groote Kerkeraad der Nederlandsch Israëlietische Hoofd Synagoge alhier tot den aankoop van 5 perceelen:

1o. Een kapitaal heerenhuis met erf en tuin, met een daarnaast gelegen huis en erf, gelegen aan de Schoutensteeg, tegenover de Nieuwe Markt;
2o. een huis en erf, gelegen naast het vorige;
3o. een stal en erf, gelegen aan de Wal-straat;
4o. een huis en erf, gelegen aan de Wal-straat;
5o. een stal en erf, gelegen aan de Walstraat.

In de vergadering van 21 Februari d.a.v. werd door den Voorzitter gerapporteerd, dat de perceelen van Mr. P.J.G. van Diggelen het eigendom der gemeente zijn geworden voor de koopsom van ƒ 9390. Genoemde perceelen zijn daarna onafgebroken verhuurd tot aan den bouw. In de raadsvergadering  van 25 Januari 1898 rapporteerde de Voorzitter den uitslag der op  diezelfden dag gehouden aanbesteding voor den bouw eener nieuwe Synagoge, met bijbehorend gebouw, waaruit blijkt, dat 17 biljetten zijn binnengekomen. Den laagsten inschrijver, L. Meijer Jr., is het werk à ƒ 25920 gegund. Architect was de heer F.C. Koch.Het project van den voorgevel werd de Gemeente gratis aangeboden door den heer J. Gosschalk, architect te Brussel, geb. te Zwolle. In de vergadering van 23 Maart 1892 werd gerapporteerd van de benoeming eener Commissie tot voorbereiding van den bouw der Synagoge. Deze bestond uit de heeren: Iz. van Wijhe, M. Oppenheimer, A. Letter, A. Salomons en Iz. Markus. Later werd deze nog uitgebreid als feestcommissie met de heeren M. de Beer, M. Markens, J. van Son, L. Anholt, A. Hompes, M.B. Troostwijk en M. Stibbe. Op Vrijdag 19 Mei 1899 is eene oorkonde, bevattende de namen van verschillende categorieën van schenkers, zoomede die van Kerkeraad, Opperrabbijn a.i. en Secretaris, ingemetseld achter den marmeren gedenksteen, tegelijkertijd aangebracht boven de nooddeur ter rechterzijde in de Synagoge. Bij die plech-tigheid waren uitgenoodigd de schenkers dier bedragen, de leden van den Kerkeraad, bouw  en feestcommissie. Door de heeren A. Jacobs en A. Frank, voorzitter en secretaris, werd daarbij het woord gevoerd. In de Parnass. vergadering van 30 Mei d.a.v. werd door den Voorzitter gerapporteerd, dat de heer R. van Zuiden zich bereid verklaarde, lijsten  van begunstigers en schenkers ten bate der nieuwe Synagoge, die nog steeds in de Neven-Synagoge voorhangen, gratis te vervaardigen. Aan den vooravond der Inwij-ding had in de vergaderzaal der Gemeente een feestelijke bijeenkomst plaats, waarin op plechtige wijze de in ontvangst-neming der verschillende cadeaux door den Voorzitter geschiedde. De geschenken bestonden in hoofdzaak uit: Een zeer kunstig geschreven H. Wetsrol met bijbehoorenden mantel en zilveren handwijzer, geschenk van mevr. Wed. I.L. van Esso, geb. Overweg. Een hoogst kostbaar en kunstvol bewerkt Voorhangsel van de heeren Gebr. H. Gosschalk te Londen en E. Gosschalk te Hull. Een stel fraaie siertorens, geschenk van den heer L. Letter te Manchester. Een in prachtband gebonden Gebedenboek voor den Voorzanger, door mevrouw H. de Jong, geb. Polak, en eenige andere dames. Een klok boven de balustrade der damesgaanderij, geschenk van den heer A. Cohen te Rotterdam. Van de dames vereeniging "Hadrath Kodes" 14 wit zijden Thora mantels, een tapijt voor de H. Arke met kleedjes, loopers door de Synagoge en aanverwante zaken, bekleeding van het inwendige der H. Arke, vergrooting van bestaande voorhangsels.

Den volgenden dag: Vrijdag, 14 Menachem 5659, 21 Juli 1899, 's namiddags te 2½ uur, had de plechtige Inwijding der Synagoge plaats. Behalve de Opperrabbijn a.i., de WelEerw. Z.G. heer Dr. T. Lewenstein van 's Hage, die de Inwijdingsrede hield, werd de plechtigheid bijgewoond door den WelEerw. Z.G. heer L. Wagenaar, Opperrabbijn te Arnhem die tal van jaren als Opperrabbijn a.i. over Overijssel had gefungeerd. In de Parnassijnsche Bank hadden plaats genomen: het college van Parnassijns, de heeren A. Jacobs, K. Letter en L. van Embden met den heer D.J. Spanjaard uit Borne,  lid der Centrale Commissie van Overijssel. De banken aan weerszijden der H. Arke werden bezet door de 6 Kerkeraadsleden, de heeren I. Cohen, M. Frank, H. Gosschalk, H.J. Gosschalk, M. Oppenheimer en I. Themans, Jzn. Deputaties uit de colleges van Gedeputeerde Staten van Overijssel, Burgemeester en Wethouders van Zwolle en verdere genoodigden waren gezeten op stoelen, aangebracht tusschen Parnassijnsche Bank en Voorz. lezenaar en verder vóór alle 1e rijen zitplaatsen, daar vele vreemdelingen den dienst bijwoonden. Een koor van Zwolsche Gemeenteleden, onder leiding van den heer L. Anholt, zong meesterlijk de verschillende psalmen van het feestprogramma. De Oppervoorzanger, wijlen de heer I. Frank, die eenigszins ongesteld was, werd op waardige wijze bijgestaan door diens neef, den Eerw. heer H. Vleeschhouwer, toen Voorzanger te Deventer. De Vrijdagavond  en Sabbathmorgendienst werd eveneens door dat flinke koor opgeluisterd, terwijl bij dien ochtenddienst door den WelEerw. heer L. Wagenaar een prachtvolle predikatie werd gehouden. Na afloop van den middagdienst werd een zeer druk bezochte receptie gehouden in de Buitensocieteit, waar ook den volgenden Zondag, voor groot en klein, volle festiviteiten plaats vonden.

In de buitengewone Vergadering van het Synagogaal Ressort Overijssel op Zondag 30 Maart 1902, werd tot Opperrabbijn van genoemd Ressort met algemene stemmen gekozen: de WelEerw. heer S.J.S. Hirsch, van Amsterdam.  Diens plechtige installatie vond plaats op Zondag 8 Tammoez 5662, 13 Juli 1902, in de nieuwe Synagoge. Z.W.Ew. werd bevestigd door den WelEerw. heer A. van Loon, van 's Hage, die toen als Opperrabbijn a. i. fungeerde. Hetzelfde koor, dat bij de inwijding z'n dienst had verleend, zong de verschillende nummers van het Feestprogramma op onberispelijke wijze.  Een keurschare van deelnemenden, zoowel afgevaardigden uit Overijsselse gemeenten, als familie en vereerders van den nieuwen Opperrabbijn, uit Amsterdam, vulden de Synagoge. Wij denken gaarne terug aan die plechtige stonde, inzonderheid aan de gloedvolle installatierede van onzen alom beminden Opperrabbijn, die, nadat ons Ressort meer dan 20 jaar van een definitieven Opperrabbijn verstoken was, zijn zegenrijkrn arbeid op zoo meesterlijke en tevens hartelijke wijze, aanving. In de Kerkeraadsvergadering van 26 Maart 1912 werd besloten, bij de a.s. restauratie der Synagoge, overeenkomstig den wensch van den Opperrabbijn, een hekwerk voor de vrouwengaanderijen aan te brengen. Op Dinsdag 10 September 1912 werd de Synagoge, die nog steeds in de grondverf was geweest, na geheel geverfd en gerestaureerd te zijn, in een plechtigen dienst weer in gebruik genomen. In den loop van het jaar 1920 kon nog vóór de H. Feestdagen de installatie der electrische verlichting plaats vinden. Wij willen hier tevens in herinnering brengen den Eerw. heer I. Frank z.g., die sedert 1884 tot aller tevredenheid als Oppervoorzanger fungeerde en wiens nagedachtenis nog steeds door elk wordt hooggehouden, wegens hoogen leeftijd eervol ontslag had verkregen en in 't jaar 1917 is overleden. In deze vacature is voorzien in de Kerkeraadsvergadering van 6 December 1917 door de benoeming van den Eerw. heer L. Boas, voorheen te Goch (Duitschland), die reeds nu getoond heeft een waardig opvolger te zijn van wijlen den heer I. Frank.

Alvorens dit kort historisch overzicht af te sluiten, verdient vermeld te worden, dat vooral in het belang eener centrale verwarming van alle gemeentegebouwen, reeds verschillende perceelen in de onmiddellijke nabijheid der Synagoge, door den tegenwoordigen Kerkeraad zijn aangekocht, teneinde in de toekomst een daarbij passend complex, waarin alle inrichtigen der Gemeente en tevens een waardig verblijf voor ouden van dagen, bijeen te brengen. De Kerkeraad bestaat thans uit de heeren: Arthur Troostwijk, Ed. Danneboom, D. Hompes, H. de Jong, J.D. Slager, B.E. Stibbe, Em. Anholt Ezn., S.I. Bilderbeek, I. Letter. Ten slotte mag niet onvermeld blijven het vorstelijk geschenk, dit jaar der Gemeente geoffreerd door de dames Letter en de heeren I. Letter en L. Letter, ter eere van de nagedachtenis van hun vader en broeder, wijlen den heer A. Letter, in leven Voorzitter dezer Gemeente, n.l. een buitengewoon fraai voorhangsel voor de heilige Arke. Er zijn in den loop der jaren nog talrijke geschenken, zoowel door de Damesvereeniging "Hadrath Kodes" als door verschillende families, bij diverse gelegenheden aangeboden. Dit kort bestek laat echter niet toe, ze afzonderlijk te vermelden.

Gedurende dit afgeloopen tijdperk van 25 jaar fungeerden als Dagelijksch Bestuur der Gemeente de heeren:

In       1899 :    A. Jacobs, K. Letter, L. van Embden.
Vanaf 1901 :    K. Letter, H. Gosschalk, L. van Embden.
     "    1904 :    K. Letter, H. Gosschalk, H. Hijman.
     "    1908 :    H. Gosschalk, I.H. Jacobs, H. Hijman.
     "    1912 :    I.H. Jacobs, A. Letter, M. Heimans.
     "    1917 :    A. Letter, J.M. Frank, D. Hompes.
     "    1919 :    A. Letter, Arthur Troostwijk, D. Hompes.
     "    1921 :    Arthur Troostwijk, Ed. Danneboom, D. Hompes.

Dit artikel bevat een historische schets van de eerste 25 jaar van het bestaan van de Zwolse Synagoge. Het is overgenomen uit OFFICIËELE FEESTGIDS, UITGEGEVEN TER GELEGENHEID VAN HET 25-JARIG BESTAAN VAN DE SYNAGOGE DER NEDERL. ISRAËLIETISCHE GEMEENTE TE ZWOLLE, 1924. De auteur is de heer A. Frank, de toenmalige secretaris Secretaris der Ned. Israëlietische Hoofdsynagoge.