Synagoge van Zwolle
Overzicht

Meubilair in de synagoge - 1899 - 2010

In de synagoge bevinden zich veel verschillende meubelstukken die allemaal hun eigen functie hebben, meestal ook in de eredienst. Hieronder vindt u een overzicht van dit meubilair met een korte toelichting bij elk meubelstuk.

Aron Hakodesj - Heilige Ark

De heilige ark (Hebreeuws: aron hakodesj) is de kast die zich bevindt in de absis tegen de oostwand. In deze kast worden de Tora-rollen bewaard die in de eredienst gebruikt worden voor de "voorlezing uit de Tora". De heilige ark is afgesloten met deuren en een voorhangsel (Hebreeuws: parochet). Bijzonder aan de ark in de Zwolse synagoge is dat deze van boven is afgesloten met een glazen plafond. Daardoor kan het daglicht via de vijf venster van de absis rechtstreeks in de kast vallen.

Tijdens de dienst wordt de ark geopend en worden de Tora-rollen in een kleine optocht naar de biema gebracht om uit voor te lezen.

Biema - Verhoging in het midden van de synagoge

De biema is de verhoging in het midden van de synagoge waarop de voorlezing uit de Tora plaatsvindt, het hoogtepunt van de eredienst in de synagoge. Op de biema bevindt zich een tafel waarop de Tora-rol wordt opengerold voor de lezing. Op het hekwerk om de biema bevinden zich koperen standaarden om de kronen op te zetten die de Tora-rol versieren en die er voor de lezing worden afgenomen. In de Zwolse synagoge is de biema een groot platform waarop tijdens de voorlezing verschillende functionarissen tegelijk kunnen staan. Voor de lezing worden zeven volwassen joodse mannen opgeroepen die de lezing in formele zin verrichten. Omdat niet iedereen het Hebreeuws beheerst, wordt de werkelijke voorlezing namens de opgeroepenen verricht door de ba'al koré, de voorlezer (dit hoeft niet dezelfde persoon te zijn als de chazan, de voorzanger).

Amoed - Katheder voor de voorzanger

Tussen de biema en de ark staat de amoed, de lezenaar, waarachter de chazzan, de voorzanger, staat tijdens het reciteren van de gebeden. De chazzan staat dan met zijn gezicht naar de ark, de gebedsrichting in de richting van Jeruzalem, om tot uitdrukking te brengen dat de woorden tot God zijn gericht. Tegelijk staat hij met zijn rug naar de gemeente. Die stand symboliseert dat de chazzan namens de kehilla, de joodse gemeente, tot God bidt. De chazzan is dus letterlijk een "voorzanger", iemand die voorgaat in het gebed. Maar hij bidt ook namens, dat wil zeggen plaatsvervangend, voor de aanwezigen diezelf niet kunnen bidden, bijvoorbeeld omdat zij het Hebreeuws niet beheersen.

Lezenaar

Op het bordes voor de heilge ark staat een lezenaar. Deze heeft eigenlijk geen religieuze functie in de synagogale eredienst. Deze lezenaar wordt alleen gebruikt voor toespraken voor, tussen of na afloop van de diensten. Op sjabbat wordt tussen het ochtendgebed (sjachariet) en het toegevoegde gebed (moessaf) van achter deze lezenaar de preek (drosje) gehouden. Deze maakt echter geen deel uit van de eredienst en de inhoud ervan is volledig ter verantwoording voor de spreker die uitgenodigd is om de drosje te houden.

Bank van de rabbijn

Tegen de wand van de oostelijke muur, vanuit de synagoge gezien aan de linkerkant van de heilige ark, bevindt zich de bank van de rabbijn, die duidelijk een fraaiere vormgeving heeft dan de overige banken. In zittende positie kijkt de rabbijn uit over de zaal. De rugleuning kan echter worden uitgeklapt tot lezenaar, omdat tijdens het gebed de rabbijn, zoals iedere aanwezige, met zijn gezicht naar het oosten (Jeruzalem) staat en dus met zijn rug naar de gemeente. Als er geen rabbijn aanwezig is, blijft de bank leeg. Om een dienst te kunnen houden is de aanwezigheid van een rabbijn niet vereist. Een dienst kan plaatsvinden zodra iemand van de aanwezigen de rol van chazan, voorzanger, kan vervullen.

Mechitsah - Afscheidingshek

De mechitsah is het hekwerk in de grote zaal van de synagoge dat de godsdienstige ruimte afscheidt van de profane ruimte. Op 4 september 1991 werd aansluitend bij het avondgebed van 19.00 uur de mechietsah in de grote synagogezaal plechtig in gebruik genomen. Deze mechitsah is ontworpen en gemaakt in het kader van de restauratie van de synagoge in de jaren '80. Daarbij werd de grote synagogezaal gesplitst in een religieus en een multifunctioneel gedeelte. Om de religieuze ruimte voor de eredienst te kunnen gebruiken, was een afscheiding nodig die aan joods-wettelijke eisen zou voldoen. Vandaar dat de mechitsah is ontworpen en gebouwd met toestemming van het opperrabbinaat.

Het hekwerk om het vrouwenbalkon

Tot de Tweede Wereldoorlog volgend de vrouwen de diensten in de synagoge vanaf het zogenaamde vrouwenbalkon. Traditioneel is het deelnemen aan de openbare eredienst een verplichting voor de mannen, niet voor de vrouwen. Om de mannen bij het uitoefenen van hun plichten niet te storen volgen de vrouwen de eredienst sinds vele eeuwen vanuit een aparte ruimte. In de Zwolse synagoge was die ruimte het vrouwenbalkon. Dat vrouwenbalkon is door een hekwerk afgescheiden van de benedenruimte. Het herkwerk is doorzichtig zodat de vrouwen wel van bovenaf de dienst zouden kunnen volgen, maar de mannen niet van onderaf de vrouwen konden zien.

Over dit hekwerk bestaat enige historische onduidelijkheid. In zijn Historisch Overzicht bij het 25-jarig bestaan van de synagoge in 1924 (te vinden elders op deze website) schrijft de heer A. Frank: "In de Kerkeraadsvergadering van 26 Maart 1912 werd besloten, bij de a.s. restauratie der Synagoge, overeenkomstig den wensch van den Opperrabbijn, een hekwerk voor de vrouwengaanderijen aan te brengen." Deze passage is om twee redenen nogal duister. 1) De zinsnede suggereert dat er voordien geen hekwerk om het vrouwenbalkon is geweest. Dat is echter ondenkbaar, omdat alleen al de Tora een dergelijk hekwerk voorschrijft. 2) Op de bouwtekening in dwarsdoorsnede (zie de afbeelding) is duidelijk een verhoogd hekwerk op het vrouwenbalkon te zien.

 

 
 Bouwtekening met dwarsdoorsnede uit 1899. De bovenbouw van het hekwerk bestond uit één deel. Vrouwenbalkon met hekwerk. De bovenbouw van het hekwerk bestond al vóór de Tweede Wereldoorlog uit twee delen (een laag en een hoog gedeelte).


De uitspraak van de heer Frank kan nu op twee manieren worden verklaard.

a) Het is mogelijk dat bij de oorspronkelijke bouw de bovenbouw van het hekwerk achterwege werd gelaten. Dit is niet ondenkbaar, daar ook de beschildering niet verder is gekomen dan de grondverf (zie Franks opmerking enkele regels verder onder die over het hekwerk). Deze getraliede bovenbouw is dan later volgens de wens van opperrabbijn Hirsch alsnog aangebracht.
b) Een andere mogelijkheid is dat het hekwerk wel overeenkomstig de oorspronkelijke bouwtekening bij de bouw is aangebracht, maar dat Hirsch het hek te laag vond. Er is dan een getraliede strook van ca. 20 cm hoogte bij gemaak, tussen de blinde onderkant en de getraliede bovenkant. Zo althans ziet het hekwerk er nu uit, dit in tegenstelling tot het hekwerk op de bouwtekening waarbij deze tussenstrook niet te zien is.

Indien een van de lezers de ware toedracht kan onthullen, willen wij dit graag vernemen (info@synagoge-zwolle.nl).